maandag 28 januari 2008

Sydney

Op de avond van Australia Day kom ik aan in Sydney. Heb mijn intrek genomen in YHA Railway Square en dat is echt letterlijk naast het centraal station en echt een aanrader. Heb gekozen voor een 4 person dorm, maar in carriage style, dat betekent alsof je in een wagon slaapt. Er staan buiten het gebouw twee rijen van wagons (of ze gelijken er althans heel sterk op) en die staan trouwens parallel met de echte spoorlijnen van centraal station, echt leuk gedaan.


Die avond nog wat rondgewandeld. Ben er in geslaag net het vuurwerk boven de haven te missen, maar goed. Nog wat in Chinatown rondgeslenterd en een laat avondmaal genuttigd. Volgende dag eens deftig de stad gaan verkennen.
Heb George Street gevolg tot aan de haven, waar ik in The Rocks terecht kwam het oudste gedeelte van de stad. Ademt echt nog een sfeer uit van in de beginjaren, het is hier dat alles begonnen is. Hier zijn de kolonisten voor het eerst aan land gegaan en hebben ze Sydney gesticht.

Vlakbij heb je ook Circular Quay waar alle ferries vertrekken en Harbour Bridge, de wereldberoemde brug over de haven van Sydney die het zuiden en het noorden van Sydney met elkaar verbinden. Gebouwd ergens tussen 1924 en 1932 is het echt een indrukwekkend bouwwerk. Wordt trouwens soms 'The Iron Lung' genoemd, omdat het voor heel veel jobs zorgde gedurende de crisisjaren van de Depressie in de jaren 30. Je kunt gans de brug afwandelen wat je een prachtig zicht op de haven geeft, en natuurlijk ook op The Opera House. Had die al vanaf Circular Quay gezien en het doet toch efkens iets als je die in het echt ziet :-)


In de zuid-oostelijke pyloon van de brug kun tot boven de trap nemen. Er is een klein museum in verwerkt en je hebt boven een prachtig uitzicht van de stad.


Verder de brug overgewandeld en dan de wijk Kiribilli bezocht, best gezellig, met een kleine wandeling langs het water (deed aan een mini versie van de Queen's Walk in London denken).
Ook leuk om op die manier een beeld van gans de brug te krijgen:
Dan ferry genomen die me via Neutral Bay terug naar Circular Quay bracht. Dan uiteraard van dichtbij een kijkje genomen van Opera House (eigenlijk leuker om van veraf te bewonderen). Daarna mijn wandeling terug ingezet. In George Street nog een duikwinkel bezocht om te zien of er eventueel nog de mogelijkheid was om te gaan duiken de volgende dag maar alles was al volzet (tja, maandag was nu eenmaal congee voor iedereen).

Ben gestop in Irish Pub (had enorme dorst) en terwijl ik mijn 'History of Australia' zat te lezen komt er een gast voorbij die dolenthousiast wordt dat een toerist van alle mensen de geschiedenis van zijn land zit te lezen. Ik moet perse meegaan naar mensen die hij kent (maar die hij feitelijk pas 10 minuten daarvoor was beginnen lastigvallen) en zo kom ik terecht bij een groepje dat er eerst wat afstandelijk bijzit maar blijkt een groep acteurs te zijn die een toneelstuk over de Marquis de Sade gaan opvoeren in april. Ze komen die dag juist samen om het script uit te delen en elkaar wat beter te leren. En zo leer ik dus de meeste van de acteurs van het stuk kennen. Uiteindelijk een gezellige vooravond geworden.


Volgende dag laat ik het plan varen om de ferry naar Manly te nemen (voel me wat lui die dag). Ik zet maar laat aan en wandel richting Hyde Park. Daar passeer ik toevallig het ANZAC Memorial en dat blijkt een zeer interessant bezoek te worden. Het is ter nagedachtenis van de Australische slachtoffers die gevallen zijn in de Grote Oorlog (Wereldoorlog I), waar ze aan de zijde van de engelsen hebben gevochten om Europa en Midden-Oosten te bevrijden van de Duitsers en de Turken (het Ottomaanse Rijk had een alliantie met Duitsland aangegaan). Ze hebben zich enorm dapper gedragen en heel veel doden te betreuren gehad. In totaal zouden zo'n 120.000 jonge mannen het leven gelaten hebben, want een onwaarschijnlijk aantal is, als je bedenkt dat het land toen 4.7 miljoen inwoners had (je kunt stellen dat ongeveer 5% van de mannelijke bevolking opgeofferd is om ons te bevrijden).

Daarna naar Australian Museum, heel interessant museum over fauna van Australia, mineralen (waardoor ik nog wat verder kan leren van hetgeen in South Australia Museum in Adelaide gezien had). Er was een interessante foto- en video-reportage over de gorilla's in Afrika (en andere mensapen) die best de moeite was.

Daarna tot aan de Royal Botanical Gardens gewandeld en ben tot aan Mrs Macquaries point gegaan, van waaruit je nog een leuk beeld hebt van The Opera House en The Harbour Bridge in een zicht (daar gaan we weer :-) ):

Daarna terug naar hostel gewandeld.

Om het af te leren, hier is ze nog 1 keer :-)



zaterdag 26 januari 2008

Brisbane

Niet zoveel tijd gespendeerd uiteindelijk in Brisbane. Toen ik aankwam was ik tot niet veel meer in staat na die busrit. Na in te checken een klein beetje rondgewandeld en per toeval een boekenwinkel tegengekomen en daar voor het eerst een Harry Potter boek gekocht (had er nog geen enkel van gelezen). Ben uiteraard met "The Philosophers Stone" begonnen en die was tegen de volgende avond al uit. Best leuk om te lezen.
Dag na aankomst dan mijn daguitstap naar Moreton Island. Net als Fraser Island (bekender, meer naar het noorden) een zand eiland. Nu, Fraser is zover ik weet volledig uit zand opgemaakt (door de stromingen op een soort zandbank gegooid. Moreton is begonnen met wat rotsen van een soort vulkaan die boven water kwam. Daar is het zand tegenaangeworpen en dus bestaat het ook grotendeels uit zand. Maar waar je een desolaat landschap zou verwachten blijkt het ongeloofelijk groen. Wellicht door vogels die zaden lieten vallen is er uiteindelijk vegetatie ontstaan.
Wat doet een mens op een zand eiland, wel het rondrijden is op zich al leuk (enkel mogelijk met 4x4), paar prachtige zichten op stranden (zie fotos hieronder: eerste is duidelijk bewijs dat er een rotsgedeelte is).

Ook gaan zwemmen in The Blue Lagoon (jawel), zoetwater meertje in midden van het eiland, heel leuk. Daarna gaan sandboarden. Gewoon een simpele plank eigenlijk, wat wax erop en eens je eropligt is het kwestie van de voorkant wat op te heffen, zorgen dat je schouders het zand niet raken en je gaat met een rotvaart de helling af (makkelijk 50 km per uur). Geen fotos van, was te druk bezig met afdaling. Nu, wat goes down must come up (to try again) en het naar boven sjacheren op een duin is minder lollig. Dus na 4 keer was ik eigenlijk pompaf :-)
In terugrijden langs het strand (belangrijkste wegen rond het eiland zijn simpelweg via het strand) nog een stel wrakken gezien in wel heel ondiep water. Je kunt er rond snorkelen maar niet gedaan (om dat allemaal te doen, moet je eigenlijk best een nacht op het eiland verblijven want je spendeert vrij veel tijd om er te geraken, ferry vanaf het land is 2uur enkele reis).
De wrakken zijn vooral afkomstig van oude bagger schepen maar ook een of twee walvisvaarders liggen ertussen, want dit eiland was tot in begin van de zestiger jaren een uitvalsbasis voor walvisvaarders, wat gelukkig verboden werd.


Rustig maar gezellige dag, kleine groep trouwens: een sympathieke vrouw uit Perth met haar 14-jarige zoon waren de enige andere mensen. Zij werkt als bibliothecaresse in een school in Perth en kon heel goed babbelen (je kunt er je dus al iets mee voorstellen wat dat moet gegeven hebben) en de zoon was een gemotiveerde tweede kandidaat voor het sandboarden en het zotje uithangen in de Blue Lagoon.

De dag erop alweer vlucht naar Sydney. In de voormiddag wat rondgewandeld en eerder toevallig expositie meegepikt van Andy Warhol (eerste keer dat ik eens deftig naar diene mens zijn werk kon kijken en heel interessant) en dan trein richting luchthaven.

vrijdag 25 januari 2008

Cairns to Brisbane...



Hierboven foto van zonsondergang vanop de liveaboard, vind persoonlijk dat die er een beetje als Mount Doom uitziet :-)

Trouwens, op de tweede deel van de cruise ook vermeldenswaardig was het gezin uit Maleisie dat ik ontmoet heb, vooral veel met de vader gepraat, hij is duikinstructeur met zijn eigen duikcentrum op Borneo. Heel verstandige man, beetje over vanalles gepraat.

Na de shark feed trouwens was de zee een stuk onstuimiger geworden. Richard en mezelf waren het eerste buddy paar aan boord (platform was nog ruw op en neer een het slaan), we zagen dat aangezien de meeste van de crew mee onder water waren (nogal een logistiek moeilijker duik om met zo'n groep te doen) stonden twee meisjes (assistente van de kok en de vrijwillige die er was om de boel te helpen op te kuisen en op die manier wat gratis duiken kreeg) op het platform. Hebben ons materiaal afgesmeten en beginnen helpen om de andere duikers waarvan er veel waren met weinig ervaring aan boord te hijsen, was nogal een avontuur :-)

In Cairns trouwens nog een dagtrip richting Daintree gemaakt, zoals al vermeld, oudste regenwoud ter wereld. Best leuk, o.a. rondgevaren in mangroven gebied (op zoek naar die gezellig salties - zoutwater krokodillen, eerste foto hieronder), korte wandeling door jungle, maar denk dat het belangrijkste was dat we zowaar een Casowary gezien hebben (2de foto hieronder). In de streek lopen er naar schatting maar zo'n 70 rond, dus dat is echt wel geluk hebben. Volgens de overlevering van de aboriginals zou de vogel in den tijd vanuit het binnenland naar de kust gevlogen zijn en daar in een modderig ondiep meer terecht zijn gekomen. Dat heeft niet alleen voor de donkere kleur van de veren gezorgd, maar ook heeft hij daar letterlijk pluimen bij ingeschoten en kan niet meer vliegen (ze hebben echt nogal wat fantasie die kerels).

Uiteindelijk Cairns verlaten, begon het daar eigenlijk leuk te vinden, vreemd wat op eerste zicht vond ik het niet zo veel soeps, beetje typische kuststad veel toerisme, veel fancy restaurants. Maar een aantal facetten hebben geholpen: gezellig avond in Croc bar, zeer toffe YHA met super vriendelijke receptionistes, het zien van die duizende vleermuizen (flying foxes) die bij valavond de stad verlieten en naar de omliggende heuvels vlogen om te gaan jagen op insecten, de mooi geschilderde electriciteitskasten (zie foto, origineel idee, maar nu ook bijv. in Brisbane gekopieerd), leuke wandeling langs promenade, met zicht op de baai van Cairns en natuurlijk het feit dat ik van hieruit de liveaboard heb gedaan.



Had het lumineuze idee opgevat om met de Greyhound naar Brisbane te rijden. Dat was een busrit van niet minder dan 30 uur!

Nu, het voordeel is wel dat je het landschap langzaamaan ziet veranderen van echt tropisch regenwoud naar groen maar iets minder tropisch, maar gum trees). Middagpauze van eerste dag was wel leuk, vlakbij de zee, dus mooi uitzicht. 's nachts bijzonder weinig geslapen en middagpauze van tweede dag was een verrassing. Zag er een saai wegresto uit, maar toen ik me op het terras aan achterkant zette bleek dat uit te geven op een vijver die als vogel reservaat dienst deed, met daarachter prachtig landschap van glooiende groene heuvels, waar zelfs paarden in rondliepen.

En toen was ik in Brisbane, maar daarover later meer...

donderdag 24 januari 2008

The Great Barrier Reef...

Eindelijk was het dan zover, op 15 jan kon ik met Taka Dive vertrekken vanuit Cairns naar Great Barrier Reef. Ik had 7 duikdagen geboekt en dat zijn eingenlijk tween cruises back-to-back: 3-daagse en 4-daagse. In totaal 21 duiken gedaan (heb er een paar overgeslagen: eentje omdat ik echt veels te moe was, niet goed geslapen de avond ervoor en de laatste omdat ik dan al mijn materiaal kon laten drogen want ik vertrok de volgende dag met bus naar Brisbane).


Heb vaak gevloekt dat ik al dat duikmateriaal moest meesleuren maar uiteindelijk wel blij dat ik het bijhad.



Eerste groep had ik als buddy een oudere canadees, Stephen genaamd. Sympathieke kerel en een goeie buddy. Mijn roommate was ook van Canada (er lopen er hier nogal wat rond) die voor een senator werkt. Een enorme groep brazilianen aan boord alsook drie russen waar ik nog vrij veel mee gepraat heb (alvast me de ene die engels kon :-) )



Tweede groep mengde iets beter (en ook een dag langer om iedereen te leren kennen). Mijn kamergenoot wat een ietwat stille engelsman Chris, mijn buddy een minder stille maar zeer toffe nederlander, genaamd Richard (werkt op de lange omvaart, werkt 5 maanden en is dan 4 maanden thuis, in welke tijd hij meestal gaat reizen). Verder Andrea en Cing-Ling, buddy paar waar we veel contact mee hadden: Andrea is lerares engels in Cairns en Cing-Ling heeft haar werk opgegeven (industrieel ing.) om rond te reizen (zeer ongewoon in Taiwan). Verder was er Tom, sympathieke amerikaan die nog voor NASA heeft gewerkt en nu bordspelletjes ontwerpt (waarvan er een aantal door 999 uitgebracht worden!), hij komt deze zomer naar Belgie, dus zal die Gent wat leren kennen (spelletjesfanaten zijn dus gewaarschuwd :-) )


Hoe was het? Schitterend!! De begroeiing, koraal vissen is zoals mensen met wat duikervaring in tropische wateren wel zouden verwachten. Maar toch een paar heel leuke dingen gezien:



zie foto van deze prachtige naakslak (te lui geweest om hem op te zoeken vrees ik).




Ook vrij veel stone fishes gezien (en effectief deftige foto's van kunnen nemen):

Een van de mooiste sites was Steve's Bommie (bommie is een rots die onderwater zit) en die is te vergelijken met Richelieu Rock in de Similan eilanden (Thailand): heel veel vis, en heel veel leven op de rots (lion fish, stone fish, nudibranch, ... er woont zelfs een baby haaitje in de rots). Zelf vond ik het bijv schitterend om in zo'n school fusilier vissen te zwemmen, zie hieronder:



En ook een (vind ik alvast) heel mooie foto van een schildpad. Met deze lieverd een tijdje mee kunnen zwemmen, totdat hij het een goed idee vond om eens wat dieper te gaan en dat liet mijn stikstof klok niet echt meer toe :-)


Of wat dacht je van deze prachtig platwormen die aan het paren waren...



Meest opmerkelijke was toch wel Cod Hole, waar ze de gigantische baarzen (potato cod) wat eten geven en daar komen ze gretig op af. Die vissen zijn echt gigantisch, zeer indrukwekkend:




Maar top of the bill: grote aantal haaien die ik gezien heb. Op vele duiken was er wel minstens een white tip reef shark te zien, en soms ook grey whaler reef sharks (een stuk groter). En natuurlijk waren er heel wat aanwezig op de shark feed. Wist eerst niet wat ik er ethisch van moest denken, maar eigenlijk valt het allemaal wel mee, en eerlijk is eerlijk: hetgeen je te zien krijgt is indrukwekkend. Twee fotootjes die proberen de sfeer weer te geven, maar het is echt speciaal om 15 haaien te zien die zich overgeven aan een feeding frenzy (voedsel orgie?) en je krijgt vernieuwd respect voor de kracht van die beesten (en dit zijn nog niet eens de grote he):







Op bepaalde plek trouwens mooie canyons, beetje zoals in Saoudi-Arabie.
Om het af te leren een klein sfeerbeeldje van een klein grotje:

















Extra foto's

Ziehier zoals beloofd wat extra foto's:

- Foto van onze groep in de bron waar ik het over had, midden in de woestijn. Als je je afvraagt wat ik aan het proberen ben, ik sta in een soort drijfzand achtige plek waar het water omhoog gestuwd wordt met een verbazend grote kracht (er volledig inzakken was dus gewoon onmogelijk ook al probeerden Michael, Fred en mezelf het constant :-) )


- Sfeerbeeld van de rit met de quad bikes (op de foto zie je trouwens onze mad irish dude)


- King's Canyon, al is het heel moeilijk om de schoonheid van de omgeving in een foto weer te geven, de gesteenten zijn van versteende duinen afkomstig.


- de saloon waar we op de avond van onze aankomst in Alice Springs ons een goed hebben laten gaan

vrijdag 11 januari 2008

Olgas, quads and Kings Canyon

Na Uluru begint het laatste stukje van de trip. De volgende ochtend zijn we terug heel vroeg opgestaan (hoe noem je 4u30 anders?) om naar de Olgas te gaan, niet ver van Uluru. Het zijn verschillende rotsen (zo'n 36 in totaal geloof ik) die ook uit het landschap steken, maar minder groot dan Uluru. De wandeling erdoor heen was echter mooier dan die rond Uluru zelf. Veel meer variatie, meer onregelmatig, met (momenteel droge) rivierbeddingen, prachtige vista's, ...

De reden om er zo vroeg aan te beginnen was 2 dagen ervoor nog pijnlijk duidelijk gemaakt: een 42-jarige vrouw uit Japan is gestorven aan een hartaanval ten gevolge oververhitting. Ze had er wel aan gedacht haar ganse lichaam mooi te bedekken tegen de zon (ze had zelfs van die handschoentjes aan, nu dat is ook vooral om dat japanners niet graag een kleurtje krijgen, dat is enkel voor landbouwers die ganse dagen op het veld werken, een gesofisticeerde stadsmens moet dus zo bleek mogelijk zijn), maar had maar een miniscuul flesje water mee. Wij zijn met minstens anderhalve tot drie liter water vertrokken. En het eerste dat ik doe na zo'n wandeling is ergens een koude Getorade of Powerade kopen (zo'n isotone sportdrank).

Daarna naar King's Creek gereden, waar we onze laatste overnachting hadden. Daar aangekomen mochten we ons eerst wat verfrissen in het zwembad (een zeer gegeerd item op een camping, dat kan ik je wel vertellen) en daarna hadden we de mogelijkheid (wel extra te betalen) om met quad bikes te rijden. Dat was schitterend! Had het nog nooit gedaan en het was super fun! Gans de groep deed mee. De jongens reden voorop, net achter de begeleider (een gast uit Turnhout trouwens, die op de nabijgelegen station werkte en de quad bikes begeleidde) zodat we ons goed konden laten gaan, de meisjes iets verder achterop. Behalve Saskia die een boom heeft geraakt (waarbij ze niet alleen haar bike serieus beschadigd heeft, maar ook haar hoofd pijn heeft gedaan, vermoed een lichte hersenschudding), zijn Rebecca en Suzie er in geslaagd een bocht te missen waardoor ze plots in de vegetatie stonden.
De rit was super, op bepaald moment passeerden we zelfs een 6-tal wilde dromedarissen (op een 5-tal meter) en passeerden we in het midden van de woestijn een meertje (wat er nog van overschoot na de droogte).

Na een laatste nacht onder de sterren, reden we door (weer vroeg opgestaan) naar Kings Canyon voor een prachtige wandeling. Zonder twijfel het mooiste dat we gezien hebben van al onze wandelingen.


Met de nodige uitleg van Michael over de formatie van verschillende rotsen en een heel interessant verhaal over een type plant (zie foto) dat reeds zo'n 200 miljoen jaar op onze planeet bestaat en zaden heeft vol cyanide, kwamen we uitgeput terug aan de bus. Naar het schijnt komen er veel van voor rond Daintree, waar het oudste regenwoud ter wereld zich bevind. Bedoeling is om vanuit Cairns alvast een daguitstap te doen naar Daintree en omgeving.


Daarna een laatste rit van een paar uur, langs een dirtroad naar Alice Springs. Het was de korste weg en Michael had van collega tourleader gehoord dat hij terug berijdbaar was (was half weggespoeld een tijd terug en nu terug wat in betere staat hersteld). Nu, volgens mij wou hij heel graag eens met zijn bus langs de zandweg racen, want hij was zich duidelijk aan het amuseren.

We hadden die avond in Alice Springs nog afgesproken om samen te gaan eten. En daarna nog ee n stapje gezet, eerst in een echte saloon en daarna nog in een club (Desert Storm), want de saloon sloot zowaar al om 23u00 (typische engelse gewoonte)! Een van de reden die ze opgaven om de bar al om 23u00 te sluiten was kennelijk dat er soms later op de avond vechtpartijen uitbreken. Vond de sfeer persoonlijk vrij gemoedelijk. De club zelf was niet zo spectaculair, maar de muziek was niet slecht, nog eens deftig kunnen dansen.

Dan tegen het advies te voet naar hostel teruggekeerd (was de laatste die overbleef) en was daar blij om. Kwam een groep aboriginals tegen die dol enthousiast waren en mij begonnen te omhelzen. En dan durven ze nog beweren dat Alice Springs een beetje gevaarlijk is 's nachts :-)


In Alice Springs verbleef ik trouwens in de Pioneer YHA (Youth Hostel Australia), gehuisvest in een voormalig cinema complex.


Voor de rest me rustig gehouden in Alice Springs. Eindelijk nog eens mijn was gedaan (al het rode stof uit mijn kleren proberen te krijgen). Verder een centrum van de Royal Flying Doctor Service bezocht (was wel cool om te zien, denk dat iedereen die serie wel nog herinnert) ze hebben een indrukwekkend netwerk van 25 basissen opgezet. En ook een reptielen museum. Was feitelijk zeer interessant, ze hadden heel veel verschillende reptielen. Heb o.a. mijn vriend de stumpy tail teruggezien (die me zo had doen schrikken langs de Great Ocean Road). Ze hebben er ook een salty (zoutwater krokodil) in een zwembad liggen. Leuke annecdote rond die soort wil ik toch even meegeven: in 1945 hadden britse soldaten een groep van 1000 japanse soldaten omsingeld. De japanners hadden zich in een mangrovenwoud teruggetrokken en probeerden zich van daaruit te verdedigen. Nu, het lawaai en het bloed had kennelijk een troep salties aangetrokken. Nu, mangroven staan in het water en op de nacht van 19 januari zijn ze het mangrovenwoud ingetrokken. De volgende morgen waren er nog 20 japanners in leven! De salty is dus verantwoordelijk voor de grootste massamoord op mensen ooit uitgevoerd door een diersoort. Leuke beestjes!


En dan was het tijd om te vertrekken. Met shuttle bus naar luchthaven, die heel deftig was voor zo'n klein stadje. De vlucht naar Cairns was zeker een van de mooiste die ik ooit gedaan heb: had een prachtig zicht over de woestijn. Eerst de East MacDonnell ranges (aan weerskanten van Alice Springs strekt er zich een gebergte uit), prachtig om te zien, vanuit de lucht leken bepaalde delen op het overblijfsel en een oude vestiging. Dan de uitgestrektheid van de woestijn. Eerst donker rood gedurende een ganse tijd, daarna overgegaan in soort bruin/oranje kleur. Overal zag je rivierbeddingen (allemaal droog) doorheen het landschap kronkelen en heel af en toe een lijn, die een weg voorsteld. De Great Dividing Range heb ik jammer genoeg niet kunnen zien, die was volledig in wolken gehuld. Die bergketen (die in het oostelijk deel van Australie van noord naar zuid loopt) houdt momenteel de meeste regen tegen die van over de oceaan komt en dat valt dus grotendeels momenteel in Queensland. Eens over de bergketen kwamen er weer gaten daar de wolken en kon ik terug een groen landschap zien, veel landbouw (die was het soort landschap dat de eerste kolonisten naar zochten) en uitgestrekte wouden.


Ik was nog maar net geland of het begon te regenen, zo'n typische tropische regenbui met dikke druppels! Vond het zelf niet erg eerlijk gezegd na die droge hitte van het binnenland :-)



Met shuttle bus naar YHA in centrum, leuke hostel, zeer vriendelijke mensen achter de receptie (beetje vriendelijke dan dat meisje in Alice Springs die duidelijk tegen haar goesting daar stond). Direkt aan de babbel geraakt met een gepensioneerde engelsman die 3,5 maanden op reis is (Bali, Australie, Nieuw Zeeland), een reis die kennelijk vooral door zijn dochter is gepland (en die constant belt omdat ze eigenlijk enorm met haar pa inzit). Samen met hem een pub naast de hostel bezocht (Croc bar in The Grand Hotel): zeer gezellige plek, met heel leuk volk. Aan de babbel geraakt met een paar gasten die daar vaste klanten zijn en het is uiteindelijk nog laat geworden :-)

[hier hou ik er voorlopig mee op, bedoeling is om later wat foto's toe te voegen, want het gaat hier slecht op de computers van de YHA van Cairns, zal een week niets van me laten horen, want zal op zee zitten, dus tot daarna!]

donderdag 10 januari 2008

ULURU

Eindelijk waren we er dan. Een heilige plek voor de aboriginals, vol van mythologische verhalen over hoe alles is ontstaan (ze hebben soms zeer fantasie-rijke verhalen die gasten).
Toen we aankwamen zijn we rap naar de lookout gegaan vanop de camping om het te zien, maar de kleuren zijn overdag niet zo spectaculair. We waren bestoft en moe dus zijn we eigenlijk en masse het zwembad ingesprongen. Deed deugd! Daar trouwens voor de eerste keer belgen tegengekomen: 2 mensen uit Roeselare (die dachten dat er toch niemand westvlaams zou verstaan en dus nogal verschoten toen ik plots in het westvlaams vroeg waar ze woonden) :-)

De volgende ochtend naar zonsopgang gaan kijken in park zelf en daarna een vrij lange wandeling rondom gans de rots (het is een groooote rots dat kan ik nu wel bevestigen). Wel mooie wandeling, maar blij dat we dat 's ochtens vroeg deden, want werd weer verschrikkelijk warm. De rots beklimmen is toegelaten door het nationale park (maar tot aan bepaald uur, want er vallen jaarlijks verschillende doden op Uluru, door oververhitting), maar de aboriginals zelf vragen om het niet te doen. Michael had het bericht nog gelezen en eigenlijk smeken ze meer om het niet te doen. Het zijn zeer brave mensen, en gaan dus niet zelf verbieden maar hopen eerder dat de mensen genoeg verstand hebben om het niet te doen (moet je met de moderne mens maar eens proberen, good luck). Wij zijn er dus niet opgeweest (eerlijk gezegd, zou het ook niet zien zitten).
Er zijn ook rotsschilderingen te zien op Uluru, waarvan onderstaande foto een voorbeeld is:

's middags hadden we wat tijd te doden en dat deed ik in zwembad (maar na twee uur heb je het ook wel gezien) en bekijken van foto's op laptop van Fred. Het is trouwens in zwembad dat ik mijn schouders verbrand heb want dat zwembad lag natuurlijk in de zon. Er stonden gisteren (bij aankomst in Alice Springs) zelfs blaren op!
's avonds zijn we dan terug het park ingereden om de zonsondergang te bekijken, was gezellig: iedereen zit daar te wachten, gezellig sfeertje en met wat snacks bij ons: koekjes met tapenades erbij. Verschil met de duurdere tours: daar hadden ze tafels met wijnglazen en bestek mee, en hoorde je de vraag of ze rode, dan wel witte wijn wilden. Wij hadden een paar biertjes mee :-)
Zie trouwens hieronder een zeldzame foto van Michael, die er meestal in slaagde om niet op de foto te staan.
In totaal twee nachten op de camping van Uluru doorgebracht, telkens onder de sterren.

Coober Pedy

...On a road to nowhere...

De volgende dag op weg naar Coober Pedy. Onderweg een paar fotos genomen van het landschap (midden in de woestijn gestopt om echt ver weg van alles te zijn. Denk dat de foto voorzichzelf spreekt:

We hebben ook de dog fence gekruist (9600 km lange afsluiting om de dingo's, wilde honden van australie, weg te houden van de schapen, loopt van de kust in Queensland tot het zuiden van South Australia, vlakbij de grens met Western Australia). Volgens de Australiers zelf langste door mensen gemaakte constructie.

Dan in Coober Pedy aangekomen, opaal-hoofdstad van de wereld (meer dan 80% van alle opaal komt hier vandaan). We mochten eerst een 45 minuutjes in de jewelry shop rondgraven. Is dus geen winkel maar bergen gruis en zand die uit mijnen gehaald zijn en waar er altijd iets kan inzitten van opaal. Zelf heb ik korreltjes gevonden die opaal bevatten maar Kristin had gelukt, heeft een klein stukje gevonden en ze heeft het laten slijpen ter plekke en in een ketting laten zetten. Groot deel van de bevolking woont ondergronds, vaak gaat het om uitgeputte mijn gangen die omgevormd worden naar huizen. Die avond sliepen we ook in een uitgegraven bunkhouse en dat was welkom: want in zo'n dugout (uitgegraven huis) is het altijd een constante aangename temperatuur (zo rond de 20 - 25 graden).

Zeer interessante uiteenzetting gehad over de mijnbouw daar. Voor de rest is er eigenlijk absoluut niets te zien in Coober Pedy, heb mijn vrije namiddag dan ook in gezelschap van Wendy en Rebecca doorgebracht in de plaats waar we ook gegeten hadden, met een koffie en een stukje taart, en kletsen over godsdienst en wereldproblemen.

Volgende ochtend stond er eigenlijk niets anders dan een lange rit op het programma (800km) tot aan Uluru.
Rap gestopt via Breakout point, mooi uitzicht over de plateaus in de buurt.

Wat voor de rest een zeer lange rit had geworden is nog onderbroken door twee voorbeelden van locale wildlife die we gespot hebben: een dingo, die heel nieuwsgierig was naar ons toe en een thorny devil, een soort hagedis.


En dan zagen we het eindelijk .... maar dat is voor het volgende bericht ;-)

I can move any mountain

Onderweg een wat triest overblijfsel gezien van oude vestigingen. Het landschap is er soms zo hard en droog dat veel mensen noodgedwongen zijn moeten stoppen. Veel landbouw wordt er niet gedaan in de zin van teelten, maar wel schaap en runder ranches ('stations' noemen ze ze hier). De grootste van Australie is trouwens even groot als gans ons landje!
Hieronder foto van ruine van zo'n boerderij, de man in kwestie ging op een bepaalde dag op zijn paard op zoek naar een paar van zijn schapen en bij het oversteken van een rivier, die juist gevuld was door een hevige regenbui (zie de flash floods van vorige bericht), is hij verdronken. Echt wel een zeer onwaarschijnlijk lot in de woestijn, maar het kan dus gebeuren.
Verder naar de Flinders Ranges. Door een plooi in het landschap (door tectonische krachten) kun je eigenlijk door die bergketen rijden en telkens oudere gesteentes bestuderen. Wij zijn er gewoon doorgereden met de bus, maar hier toch een mooi zicht op het gebergte.
Daarna naar onze eerste slaapplaats: Angorichina Tourist Village. Vroeg me echt af hoe ze het daar overleven, maar zomer is wel laagseizoen voor hen, is gewoon te warm. Zalig bbq en dan slapen (proberen want echt koud werd het 's nachts niet).
Volgende ochtend zijn de jongens (me, frenchy en the irish pussy, hoe die jongen aan die bijna is geraakt binnen de groep, i don't know) op de fiets gesprongen en hebben we de Parachilna Gorge op die manier gedaan. Was super. Gelukkig nog 's morgens dus de temperatuur viel wel mee, maar was toch blij dat het maar 7 km was :-)
Daarna met de bus verder, via Leigh Creek, waar we een gigantische open put mijn hebben bezocht (waar ze steenkool uithalen).
Daarna een bezoek gebracht aan een vrij zonderling figuur die midden de woestijn leeft, in de buurt van Lyndhusrt: Alf. Hij maakt niet alleen sculpturen, hij heeft ook een ganse theorie over de betekenis van woorden. Mijn naam 'Peter' betekende volgens zijn theorie iets als 'People and the rising of the Sun' (Peter en het opgaan van de zon), nu, voor meer details zie foto zou ik zeggen.
Na lunch in Marree (nog zo'n stopplaats) bezochten we een bron midden in de woestijn. Je moet je voorstellen dat je door het meest mens onvriendelijke landschap rondrijd en dat er dan plots een paar bronnen blijken te zijn. Die bronnen zijn trouwens door Stuart ontdekt, een van de grote ontdekkingsreizigers van Australie en ze liggen op de Oodnadatta track (geloof het of niet Oodnadatta is de naam van een stad). We hebben er dan ook een verfrissende duik in gedaan.

Het water dat uit de bron komt is trouwens zo'n 2 miljoen jaar ervoor gevallen op de Great Dividing Range, een bergketen aan de oostkant van Australie en is via grondlagen doorgesijpeld naar deze plaats.

Dan naar William Creek, kleinste stadje van Australie (of toch van South Australia) met een bevolking die afhankelijk van het seizoen varieert tussen de 4 en de 12. Behalve de pub en een klein luchthaventje voor vluchten boven de woestijn is er daar echt niets. In de buurt zijn er wel opnieuw schaap fokkers. De pub is binnenin prachtig versierd met allerlei memorabilia van over gans de wereld (en sindskort hangt daar ook ergens een kaartje van Alcatel-Lucent bij van ene Peter Vandaele :-) )'s avonds geheel onverwacht gaan zwemmen in een soort zwembad. Is eigenlijk een oude drinkplaats voor dieren, wordt opnieuw door zo'n bron gevoed (warm water trouwens). Het was al donker, maar uiteindelijk zat gans onze groep en gans de stad (de 4 locals die er waren) in het water. Echt heel leuk!
Daarna voor de eerste keer onder de sterren geslapen, op een zogenaamde 'swag', wat eigenlijk een ouderwetse versie is van de thermarest die ik meegesleurd heb (wat dus achteraf gezien niet nodig bleek). De sterrenhemel was prachtig, zo ver van alle licht-vervuiling. Je kon duidelijk de gordel van Orion zien, en na de nodige uitleg van een echte bushwalker met een paar pinten teveel op, wisten we nu ook duidelijk het zuiderskruis te localiseren.

Going walkabout

Daar is hij nog een keer! Zit hier momenteel in Alice Springs, met een lichte kater van een zwaar nachtje stappen en ga proberen om zonder te overdrijven te vertellen wat ik de laatste 8 dagen allemaal heb uitgespookt: heel wat, dat kan ik je wel al verklappen.

First things first, ik zat dus in Adelaide. Slechts een dag en dat is dus echt veels te weinig. Ik moet bij deze wat reclame maken voor deze prachtige gezellige stad, hoofdstad van 'The Festival State' zoals South Australia genoemd wordt. Had dat beloofd aan Michelle en Sequoia, twee Wilderness Defenders die ik rond North Terace ben tegengekomen. Ipv het over het milieu te hebben hebben ze me uiteindelijk vooral verteld wat ik zeker moest bezichtigen in Adelaide (omdat ze het een schande vonden dat ik maar 1 dag had uitgetrokken voor hun stad). Enfin, mijn gedacht was al grotendeels opgemaakt: eerst naar South Australia museum, interessant museum over allerlei onderwerpen: grote afdeling over de aboriginals en zelf vond ik de mineralen die er in Australie te vinden zijn echt wel schitterend, net als het archeologisch gedeelte. Daarna Art Museum binnen gewandeld: was heel mooi en ze hadden een heel indrukwekkende bookshop (maar heb me ingehouden). Dan op aanraden van de wilderness defenders naar Central Market, een grote overdekte marktplaats die zeer gezellig was en me aan overdekte markten deed denken in andere delen van de wereld (o.a. Azie) wat wellicht te wijten is aan het feit dat het net naast het kleine Chinatown van Adelaide ligt. Tegen dan waren mijn voeten verbrand (ik lach er niet mee, ik sprong bijna van schaduwplek naar schaduwplek), alsook mijn kuiten, dus vandaar mijn voornemen: ik ga niet alleen mijn wandelschoenen aandoen op de trip door de outback (wat nog warmer beloofde te worden), maar ik schaf me hier ook nog rap een broek aan (trekkingbroek waarvan je de pijpen kunt afnemen).

Met mijn nieuwe aankopen dan terug naar Glenelg Beach, waar ik mijn hostel had. Typische badplaats, met redelijk veel volk (volgens de Australiers zelf kon je op de koppen lopen, naar onze normen best te doen). Was in hostel 's morgens trouwens nog een sympathiek koppel uit Columbia tegenkomen. Zelf ook duikers maar vooral klimmers (hadden hun eigen gerief mee).
En vroeg naar bed 's avonds want om 6u15 kwamen ze me al oppikken.

Ikke dus op weg met Groovy Grape (zo genoemd omdat ze vroeger enkel de Barossa Valley, een bekende wijn-vallei vlakbij Adelaide deden). Tourleader noemt Michael, 33 jarige gast die echt in zijn element is in The Outback. Vond het echt goed. Sympathieke kerel, wist echt veel van de regio af en kon over allerlei dingen praten.
De groep was weer 10 mensen groot: behalve mezelf waren dat:
  • Wendy: heel sympathieke dame uit Verenigde Staten (gans noordwesten, eiland aan de kust van de staat Washington), die op soort van wereldreis was. Ze is 54 jaar geworden bij Uluru en vond het eens tijd worden van de wereld te zien.
  • Shawn: sympathieke Ier die in Melbourne woont en werkt sinds kleine drie jaar en gewoon op vakantie was. Werkt in den bouw, als timmerman, nogal een avontuurlijke kerel, heeft al een jaartje in Chicago gewoond, ...
  • Rebecca: meisje uit Canada, die zoals ongeveer iedereen in de groep op reis was en hoopte van hier en daar wat te werken zodat ze de reis wat kon financieren en ook net als al de rest van de groep 20 jaar was.
  • Frederique (Fred) uit Frankrijk (half italiaanse achtergrond)
  • Saskia en Sonja: twee harstvriendinnen uit Duitsland, was bij momenten wel schattig om die twee bezig te zien, hoe die overal en altijd foto's van hun tweetjes wilden
  • Suzie, Marie en Kristin: drie vriendinnen uit Duitsland (Marie en Kristin trouwens van vlakbij de grens met Polen)
Hieronder trouwens groepsfoto aan de grens met Northern Territories. Van links naar rechts:
Shawn, Fred, mezelf (jaja, die gast met de hoed, mijn nek was ook al deftig verbrand geraakt), Wendy, Suzie, Kristin, Saskia, Sonja, Rebecca en Marie.


Bedoeling van de trip was dus om via de Flinders Range, een bergketen een ganse stuk ten noorden van Adelaide, Coober Pedy tot in Uluru te geraken (Ayers Rock, het beeld dat iedereen van Australie kent: meest gefotograffeerde rots ter wereld wellicht). Dan ook nog Kings Canyon bezoeken en dan naar Alice Springs.
Het eerste deel volgden we de oude Ghan railway. De eerste spoorweg die vanuit Adelaide naar Alice Springs liep. Die is vervangen door een nieuwe omdat de oude veel te vaak weggespoeld werd door flash floods (triestig feit hier in de outback: ofwel regent het gewoon niet ofwel valt het met bakken uit de lucht en worden wegen en spoorwegen weggespoeld). Ter info, het woord 'Ghan' komt trouwens van 'afghanen', die hier massaal meegeholpen hebben met de aanleg en dus met de ontsluiting van het binnenland. Die gasten hebben in den tijd trouwens dromedarissen meegebracht om het werk te vergemakkelijken, paarden kunnen het vreselijk klimaat in de zomer gewoon niet aan. En na afloop hebben ze die gewoon losgelaten. Gevolg: er lopen nu zo'n half miljoen wilde dromedarissen (wild camels) rond in Australia (meer dan gelijk waar ook ter wereld)!

Eerste dag een paar van de oude stopplaasten bezocht, echt mooi om te zien. En het toont hoe desolaat en geisoleerd het leven was en is in deze streken.
Foto hieronder is van het oude station van Marree (stuk verder op traject) en een zicht op het stadje Quorn (gans in het begin van de trip, waar je ook een road train ziet staan, gigantische trucks die tot 3 containers met zich meesleurt en voorzien is van een zogenaamde bull-bar, reden daarvoor: kangeroos hebben de neiging om 's avonds op de weg te komen en zo'n volwassen grote kangeroo kan een auto volledig total loss krijgen als je er op invliegt, geregeld vallen daarbij, behalve de kangeroo zelf, ook bij de mensen doden)

woensdag 2 januari 2008

Great Ocean Road - dag 4

All good things come to an end, maar we hebben er nog een mooi einde van gemaakt.

Net voorbij Robe passeerden we 'Larry the Giant Lobster'; effectief een afbeelding van een enorme kreeft. Kennelijk heeft Australie een beetje van een obsessie met die enorme dingen gehad in de jaren 70, ze staan op verschillende plaatsen (een reuze ananas bijv, en veel meer).


In Robe trouwens nog wat inkopen gedaan, waaronder Super Glue om mijn zonnebril te herstellen die beschadigd was geraakt in vlucht naar Melbourne, en ook een muskietnet, kleintje zodat je gezicht beschermd is, echt nodig om de vele australische vliegen van je af te houden.

Groot deel van de dag doorheen de Coorong Nat. Park gereden, een zeer speciaal gebied, dat als wetland wordt beschouwd, maar momenteel wel nogal droog staat. Gevolg is dat je heel veel 'salt pans' ziet, overblijfselen van ondiepe, zoute meren zodat er een wit oppervlakte overblijft van zout (zoals bij ook in Etosha in Namibie). Een aantal ervan zijn zelfs grotendeels roze (zie foto), door bepaalde algen die in het oorspronkelijk meer zaten.


Het gebied van de Coorong is de thuis van de Ngarrindjeri, een van de vele Aboriginal volkeren die in australie wonen (of woonden, want een aantal ervan bestaan al niet meer). In totaal waren er 431 verschillende stammen verspreid over gans Australie! In het Coorong Wildnerness Lodge kun je verblijven en veel informatie krijgen over de geschiedenis van de Aboriginals, vooral de stam die daar leeft. Een aboriginal leidde ons rond en heeft ons tal van plantjes getoond die effectief door hen gebruikt werden als voedsel, of als medicijn (o.a. eentje die een lekkere geur afgaf en ze op hun kampvuur gooide, beetje zoals wij provincaalse kruiden op onze bbq smijten, maar die ook de muggen weghoudt, of pigface dat ze gewoon opaten en veel vocht bevat wat in deze dorre streek echt wel interessant is, of een soort aloe vera die de huid jong houd, goed is tegen insectenbeten of zonnebrand, ...)

Daarna kregen we een video te zien waarin de creatie van het gebied uitgebeeld werd. Leuk om die mythologie te zien. Hun schepper heet Ngurunderi (jaja, ik lees het ergens van af, kan die namen echt niet onthouden) en veel van de rivieren en landschapselementen zijn ontstaan tijdens een achtervolging tussen Ngurunderi en Punde (een gigantische vis).
Was in ieder geval heeeel interessant en moet zeker de moeite zijn om eens een weekend te spenderen.

Als illustratie hieronder een zicht op een aantal rotsen aan een strand vlakbij, die deel uitmaken van die ontstaan-legende: de rotsen stellen het cremeerde lichaam van een tovenaar voor die het tegen Ngurunderi probeerde op te nemen.

Onderweg ook een 'stumpy tail' gezien (met dank aan John die werkelijk alles zag dat we passeerden). Soort hagedis, en extreem moeilijk te spotten, kort, dik beestje en zijn kop en staart lijken enorm op elkaar zodat een eventueel roofdier met wat geluk zijn staart aanvalt zodat hij zich uit de voeten kan maken (desnoods mits opofferen van zijn staart). Duurde even voordat ik het zag en toen ik die aan Sophie wou tonen mbv een takje opende die plots in nogal dreigende manier zijn bek (wist ik eindelijk waar de kop zat) en schrokken we ons allebei een hoedje, gevolg: rap terug naar de bus en vergeten foto te nemen :-)

Ergens onderweg plots wat geroep van een aantal mensen in de groep: wanneer ik opkijk zie ik in het veld waar we juist passeren drie kangaroos weghuppelen. Moet toegeven dat dat een warm gevoel geeft vanbinnen.

Grapppig detail, op bepaald moment zien we wat borden met bestemmingen en hoor ik Sonja zeggen dat ze bijna thuis is. Op die naar Adelaide staat er 108 km! Waarop ik haar probeer uit te leggen dat je op zo'n afstand de helft van Belgie doorkruist. Het is echt een gigantisch land!!

We rijden nog rap eens langs Hahndorf, het oudste stadje dat niet door engelsen gesticht werd, maar door duitsers en er hangt daar nog steeds een zeer duitse sfeer. We zijn daar gestopt voor vieruurtje (taartje met capuccino: ze hebben hier in Australie trouwens ongeloofelijk goeie capuccino!!). Daar hebben we nog een groupsfoto genomen. Van links naar rechts: Bob, Cynthia, John, Cally, Stefano, mezelf, Sophie, Sonja, Marie en Karl (Billy nam de foto, van haar heb ik een flaterende foto wanneer ze een koppeltje trekt ergens in het regenwoud en kennelijk voor het kikvorsperspectief ging).